Bij deze activiteit ligt het veld in het ondiepe water.
In het veld kunnen in totaal max. 16 speler tegelijk. Wanneer de groep groter is dan 16, maak je 3 teams en ga je werken met een doorschuifsysteem. Voorzie een bank waarop het team dat niet speelt moet zitten. Bij elke oefening is er een winnaar. De winnaar blijft telkens staan en de verliezende ploeg gaat wisselen met het team dat op de bank zit.
Het net leg je voorlopig nog op het strand. Je start eerst met enkele oefeningen zonder net. Nadien plaats je het net in het veld en kan je de oefeningen met net uitvoeren.
Bekijk hieronder welke oefeningen je kunt doen.
Netbal:
Volleybal:
Sportieve groepen kunnen een echte wedstrijd volleybal spelen.
Levend en dood: (ENKEL GESCHIKT VOOR < 12 JAAR)
Je gooit de bal over het net en roept ‘dood aan… naam van iemand van de andere ploeg’. Raakt de bal het water dan is die persoon dood. Kunnen ze de bal vangen dan is het hun beurt om iemand dood proberen te maken. Als er iemand dood is moet deze eerst levend gemaakt worden. Je roept dan ‘ levend aan… de naam van diegene die dood is’. Raakt de bal het water dan moet ‘de dode’ bij de ploeg gaan staan die de bal geworpen heeft.
Niet onder de toestellen zwemmen.
Bekijk op deze link welke procedures je moet volgen bij noodgevallen.