• Lacrosseset
• Kegels
• Fluitje

• Zorg dat al het materiaal klaarligt.
• Baken een veld af met kegels.

TIJDSINDELING BLOK 1 UUR:

• 10 min Opwarming
• 15 min Techniek oefeningen
• 10 min 10-bal
• 20 min Wedstrijd

Plaats iedereen op achterlijn van het veld naast elkaar. Op uw fluitsignaal lopen de deelnemers naar de overkant van het veld en terug. Herhaal dit met onderstaande variaties:

1. Gewoon lopen

2. Knieën heffen

3. Hielen zitvlak

4. Armen voorwaarts zwaaien

5. Uitvalpas voorwaarts.

Alle deelnemers blijven nu op de achterlijn staan en voeren onderstaande oefeningen uit:

1. Spring 10 keer waarbij je de knieën zo hoog mogelijk optilt. (tel luidop mee)

2. Torso twists: Draai je romp langzaam van links naar rechts terwijl je je armen ontspannen op schouderhoogte houdt.

3. Nekrotaties: Sta rechtop met je voeten op schouderbreedte,  Laat je kin langzaam naar je borst zakken. Draai je hoofd langzaam in een cirkel, eerst met de klok mee. Zorg ervoor dat je geen spanning voelt in je nek tijdens de rotatie. Maak 3-5 volledige rotaties, en wissel daarna van richting.

1. Geef uitleg over de techniek (hoe je moet vangen en werpen):

Tips bij het vangen:

• Verplaats bij het vangen de hand net iets onder de head (het vang gedeelte van de stick), Hierbij is het makkelijker de bal te volgen. Zie het als een verlengstuk van je hand net als softbal.
• De bal opvangen met ‘soft hands’, hiermee wordt bedoeld het meebewegen met de bal (alsof je een ei vangt).

Tips bij het gooien:

• Houd je bovenste hand in het midden van de stick, de andere hand onderaan. De beweging is eerst een trekkende beweging naar voren van de onderste hand en daarbij een duwende beweging van de bovenste hand.
• Stap uit naar voren met je linkervoet als je met rechts gooit. Wanneer de bal te laag gaat moet je met je bovenste hand meer duwen, wanneer de bal te hoog gaat dan zou je meer met je onderste hand moeten trekken.

2. De leerlingen gaan per 2 tegenover elkaar staan en voeren volgende oefeningen uit.

• Passen geven naar elkaar. Probeer de bal op te vangen. (5m van elkaar)
• Passen geven naar elkaar. Probeer de bal op te vangen. (10m van elkaar)
• Passen geven naar elkaar. Probeer de bal op te vangen. (20m van elkaar)
• Passen geven naar elkaar. Probeer de bal op te vangen. (30m van elkaar)

• Maak 2 teams.
• Probeer met uw team 10 passen naar elkaar te geven.
• Wie 10 passen kan geven zonder dat de tegenstander de bas kan onderscheppen, heeft een punt.
• (Wanneer de bal aangeraakt wordt door de tegenpartij, mag je gewoon doortellen. Pas wanneer de bal echt wordt afgepakt door de tegenpartij dan begin je terug van 0 te tellen)

• Maak met de potjes of bestaande lijnen een speelveld dat zo dicht mogelijk het officiële speelveld benaderd. Het officiële speelveld van outdoor lacrosse is ongeveer 100 meter lang en 50 meter breed.
• Het veld is ingedeeld in een aanvalsvak een verdedigingsvak en een middenveld. Alleen de middenvelders mogen het hele speelveld bestrijken. Aanvallers blijven in het aanvalsvak en verdedigers blijven in het verdedigingsvak.

Doel van het spel:
– In een lacrosse wedstrijd probeert het ene team meer doelpunten te scoren dan de tegenstander. Een doelpunt wordt gemaakt als met de lacrossstick de bal in het doel wordt geslingerd.
– Bij outdoor lacrosse spelen 10 spelers tegen 10 tegenstanders. Het team bestaat dan uit een goalie, 3 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers.
De aanvallers moeten in het aanvalsvak blijven en de verdedigers blijven in het verdedigingsvak. De middenvelders zijn de enige spelers die zich helemaal vrij over het veld kunnen bewegen. De goalie heeft een eigen doelgebied. In dit gebied mogen geen aanvallende spelers lopen.

Begin van het spel
Een lacrosse wedstrijd begint met een faceoff. Hierbij staan 2 spelers tegenover elkaar die na het beginsignaal de bal proberen te veroveren. De bal wordt door de scheidsrechter op de middenstip gelegd.
De spelers kunnen de bal naar elkaar over gooien en lopen en rennen met de bal. Verdedigers kunnen de bal onderscheppen of veroveren op verschillende manieren:
– Als de bal op de grond valt is de bal voor diegene die er het eerste bij is.
– Als er een pass wordt gegeven door de aanvallende partij kunnen de verdedigers de bal veroveren door de aanvallende speler aan te tikken. Lukt dit mag de bal opnieuw ingespeeld worden door de verdedigende speler.
Als er is gescoord wordt in het midden van het veld weer een faceoff gehouden om de bal in het spel te krijgen.

Spelregels van baseball maar zowel werp- als vangteam met lacrossesticks

• Bodychecks zijn in tegenstelling tot de echte lacrosse hier NIET toegestaan

Bekijk op deze link welke procedures je moet volgen bij noodgevallen.

• Ruim het materiaal en ballen netjes op en zet de doos terug op de juiste plaats.