TIJDSINDELING BLOK 1 UUR:
TIJDSINDELING BLOK 50 MINUTEN:
TIJDSINDELING BLOK 40 MINUTEN:
TIJDSINDELING BLOK 30 MINUTEN:
TIJDSINDELING BLOK 20 MINUTEN:
Indien de activiteit minder dan een uur duurt doe je enkel de klassieke Archerytag. Bij (zeer) korte sessies (vb. van 20 minuten) beperkt je het leren schieten tot de uitleg.
Er zijn 25 bogen per locatie. In principe kun je dit steeds werken in 2 groepen. Indien de groep te groot is verdeel je de deelnemers in 3 groepen. Er is telkens 1 groep die wacht op de bank en wisselt met de groep die uitgeschakeld is.
Leg de nadruk op Eerlijkheid want je kan niet zien wanneer iemand geraakt is.
Leg de nadruk op Veiligheid: steeds de maskers dragen tijdens de spelen.
Ben je geraakt?
1. Leren schieten
Verzamel de deelnemers en geef instructie over hoe te schieten met de pijl en boog.
Een rechtshandige gaat het linker been voor zetten en de boog met de linkerhand (en gesterkte arm) vastnemen. Klik de pijl vast en span de boog door het touw met 2 handen naar achter te trekken. Zorg steeds dat de rug recht blijft!
Maak in het midden van het veld 2 schietstanden. Een schietstand bestaat een een roos (op naar te schieten), een kegel (waarachter de deelnemers moeten staan) en 1 boog (die wordt doorgegeven). De deelnemers gaan bij elke schietstand achter elkaar staan in een rij. Elke deelnemer heeft 2 pijlen. Probeer met uw team zoveel mogelijk ‘rondjes’ uit de roos te schieten. De eerste deelnemer start en schiet zijn/haar 2 pijlen op en geeft vervolgens de boog door aan de 2e deelnemer, tot alle deelnemers aan beurt geweest zijn. De monitor vermeld de score. Nu mogen de deelnemers alle pijlen verzamelen en kan het spel herhaald worden. Je speelt 1 of 2 spelletjes afhankelijk van de beschikbare tijd.
Elk team gaat nu op de eigen achterlijn staan en neemt een boog en 2 pijlen mee. Na het startsignaal van de monitor moeten de deelnemers proberen om van op de achterlijn tot aan de andere achterlijn te schieten. Hou de boog hiervoor schuin naar boven gericht.
2 Klassieke Archery Tag
In archery tag nemen 2 teams het tegen elkaar op. Het speelveld wordt opgedeeld in 3 gebieden:
Het veld van team 1, het veld van team 2 en tussen deze 2 velden; de safe zone.
In de safe zone liggen bij de start van het spel alle pijlen. Een speler mag zich enkel in de safe zone begeven om een pijl op te rapen. Als een speler geraakt wordt in de safe zone telt dit niet.
Alle spelers starten aan de achterkant van hun team veld en rennen bij de start van het spel naar de safe zone om pijlen te bemachtigen. Na het oprapen van 1 of 2 pijlen moet een speler zo snel mogelijk terug naar zijn team veld rennen. Als een pijl het speelgebied uit vliegt, moet één van de scheidsrechter of omstaanders de pijl terug leggen in de safe zone.
Het doel van het spel is zoveel mogelijk punten te verzamelen met je team in een bepaalde tijd (bijvoorbeeld in 5 of 10 min).
Hoe krijgt jouw team een punt?
Je kan kiezen wat er gebeurt als een speler geraakt wordt, ofwel gaat het spel gewoon verder, ofwel verlaat de geraakte speler tijdelijk ( 2 min )het spel. Een speler mag sneller terugkeren in het spel als zijn team een pijl vangt of een schijf uit het doelwit schiet.
3 Dassenroof
Je kan nu dezelfde opstellingen houden. Alleen ga je in het midden van de safezone een vlag (of wimpel) leggen. De rozen moeten blijven staan, maar hebben voor dit spel geen nut. De dranghekken (obstakels) mogen ook blijven staan.
Voor dit spel worden de spelers opgedeeld in 2 groepen. 1 persoon is de spelbegeleider. De 2 groepen geven hun leden allemaal een nummer en gaan klaar staan aan de rand van het speelveld (Dit is het kamp van elke groep).
De spelbegeleider roept vervolgens een nummer, de spelers die dit nummer hebben, rennen naar voor (waar het pijl en boog materiaal klaar ligt)
Je kan het spel op 2 manieren winnen: ofwel schakel je de tegenspeler uit door deze te raken met een pijl, ofwel grijp je de das en breng je de das veilig terug naar je kamp. De spelbegeleider mag meerdere nummers tegelijk roepen. (Maximum 3 nummers , 6 spelers tegelijk op het speelveld)
Dikke Bertha (extra spel voor sessie langer dan 1 uur) (NIET STANDAARD)
Voor dit spel worden de spelers opgedeeld in 2 groepen: de overlopers en de schutters. De schuttersgroep start met 1 schutter, alle andere spelers zijn overlopers. De overlopers dragen brillen voor hun veiligheid.
Het speelveld wordt opgedeeld in 3 zones: 2 zones zijn veilige zones, hierin mogen de overlopers niet beschoten worden. Tussen deze 2 zones ligt echter het jacht gebied. De overlopers moeten van de ene veilige zone naar de andere veilige zone lopen, zonder geraakt te worden door een schutter in het jachtgebied. Als een overloper geraakt is, wordt deze een schutter (tot dat de bogen op zijn, hierna moeten de geraakte overlopers aan de kant gaan staan of wisselen met een schutter die al lang in het jachtgebied staat ).
De overloper die als laatste overblijft wint het spel.
Archerytag trefbal (extra spel voor sessie langer dan 1 uur) (NIET STANDAARD)
Er worden 2 grote vakken gemaakt waarin beide teams zich mogen verplaatsen. Indien ze aangeraakt worden moeten ze langs de buitenkant uit het veld stappen en gaan ze aan de achterlijn van de tegenstrevers staan. Kunnen ze van achter die lijn een tegenstrever aanschieten mogen ze terug naar hun eigen speelveld. Het team dat er als eerste in slaagt om het speelveld van de tegenstrevers volledig leeg te schieten is gewonnen.
Bekijk op deze link welke procedures je moet volgen bij noodgevallen.